Al maandenlang vragen beleggers zich af of de wereld weer terug gaat naar het “oude normaal”. En dan gaat het niet zozeer over coronamaatregelen, maar over het beleid van de centrale banken. Komt er een einde aan het ruime monetaire beleid en de stimuleringsmaatregelen? Tot voor kort was dat wel de verwachting van veel economen.

De inflatie is in 2021 flink gestegen, in Europa tot 4,9%, waarbij opgemerkt dat bijna de helft hiervan is toe te schrijven aan de stijging van de energieprijzen. De kerninflatie, exclusief voedsel en energie, bedroeg 2,6% was daarmee het hoogst sinds de introductie van de euro in 1999. De economische groei in 2022 zal met 4,1% in de VS en 3,9% in de eurozone lager zijn dan in 2021, maar zal zich nog boven de lange termijn trend begeven. Dus leek het aannemelijk dat de centrale banken in 2022 een start zouden gaan maken met het afbouwen van de steunaankoopprogramma’s. In de VS zou de Federal Reserve gaan beginnen met het verhogen van de rente, in 2023 gevolgd door de ECB. De verwachtingen zijn dat de ECB in 2023 of later zal volgen.

Maar nu is de vraag of de nieuwe wereldwijd snel Omikron-variant van het Covid-19 virus deze verwachtingen weer op losse schroeven zal zetten. Komen er nieuwe lockdowns, valt de economische activiteit weer terug en zijn nieuwe steunmatregelen nodig? Of blijkt het gevaar van de nieuwe variant mee te vallen en beweegt de wereld binnenkort weer in de richting van het “oude normaal”. Het antwoord op de vraag zal nog minimaal weken op zich laten wachten, maar voorlopig zal de volatiliteit op financiële markten hoger kunnen zijn dan in 2021: tot dusverre was de volatiliteit dit jaar relatief laag.

Onze strategie om te kiezen voor de iets minder hoog gewaardeerde dividendaandelen past goed in deze omgeving: in het algemeen hebben deze bedrijven sterke balansposities, zijn de groei- en winstvooruitzichten goed en kan het mooie dividend (van circa 2,9% gemiddeld voor de aandelen in onze portefeuille) steun geven aan de koersen.